8 juni 1940: ’t afweergeschut maakte zijn kloppend geluid.

Jacob Keller schrijft op 8 juni 1940:

8 April Juni: Een week zonder schokkende gebeurtenissen op oorlogsgebied. Geen inkwartiering en geen vreemde transporten kwamen voorbij. ’t Eenige wat nog al verontruste, zijn de ’s nachts overkomende vliegtuigen. Dat zijn Engelsche machines, die op bruggen, munitiefabrieken en benzine opslagplaatsen loeren en verdreven worden door Duitsch afweegeschut. Rotterdam en hier de Staart kregen (ik meen dinsdag nacht) weer bommen, ’t afweergeschut maakte zijn kloppend geluid. Vele in stad en dorp waren opgestaan en hadden zich gekleed en stonden vluchtens klaar. Maar wij hebben er door heen geslapen. Het is de eerste week, dat we in normale nachtkleding, zonder op te staan den nacht door kwamen. Dat werkt dus vooruit. Henk Reedijk is geweest, in ’t begin, dat hij met hooge schoenen en overjas aan te bed lag.

Wat het weer betreft, ’t heeft heel de week geen druppel geregend en ’t was steeds vrij warm, met vaak felle oostenwind. ’t Was voor ’t vlas ’t slechtste weer dat men denken kan.